Resolutie 1119 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 14 juli 1997 | |
Nr. vergadering | 3800 | |
Code | S/RES/1119 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Conflict om Prevlaka | |
Beslissing | Autoriseerde de VN-waarnemers om te blijven toezien op de demilitarisatie van Prevlaka. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Chili · Costa Rica · Egypte · Guinee-Bissau · Japan · Kenia · Zuid-Korea · Polen · Portugal · Zweden
| ||
Kaart met midden-onderaan het schiereiland Prevlaka.
|
Resolutie 1119 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 14 juli 1997, en verlengde het mandaat van de UNMOP-waarnemers op het Kroatische schiereiland Prevlaka.
In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars en in 1991 verklaarde Kroatië zich onafhankelijk. Daarop volgde de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog, tijdens dewelke het Joegoslavische Volksleger het strategisch gelegen schiereilandje Prevlaka innam. In 1996 kwamen Kroatië en Joegoslavië overeen Prevlaka te demilitariseren, waarop VN-waarnemers van UNMOP kwamen om daarop toe te zien. Deze missie bleef uiteindelijk tot 2002 aanwezig.
De Veiligheidsraad: