Resolutie 1142 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 4 december 1997 | |
Nr. vergadering | 3836 | |
Code | S/RES/1142 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Onafhankelijkheid van Macedonië | |
Beslissing | Verlengde de UNPREDEP-vredesmissie in Macedonië tot 31 augustus 1998. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Chili · Costa Rica · Egypte · Guinee-Bissau · Japan · Kenia · Zuid-Korea · Polen · Portugal · Zweden
| ||
Resolutie 1142 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 4 december 1997, en verlengde de UNPREDEP-missie in Macedonië met negen maanden.[1]
In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars, en in 1991 verklaarde onder meer Macedonië zich onafhankelijk. In tegenstelling tot andere delen van Joegoslavië bleef het er vrij rustig, tot 2001, toen Albanese rebellen in het noorden, aan de grens met Kosovo, in opstand kwamen. Daarbij werden langs beide zijden grof geweld gebruikt, en stond het land op de rand van een burgeroorlog. De NAVO en de EU kwamen echter tussen, en dwongen een akkoord af.
De UNPREDEP-missie speelde een belangrijke rol bij het bewaren van de vrede en stabiliteit in Macedonië. Intussen was eveneens bezorgdheid gerezen over de toestand in buurland Albanië. UNPREDEP werd nu in fasen afgebouwd en geherstructureerd. Macedonië vroeg dat het mandaat van de macht zou worden verlengd. Secretaris-generaal Kofi Annan meldde een aantal positieve ontwikkelen, zoals de stabilisatie in Albanië, maar dat de vrede en stabiliteit van Macedonië mede afhingen van de ontwikkelingen in de andere delen van de regio van ex-Joegoslavië.
De Veiligheidsraad: