Resolutie 2006
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 14 september 2011
Nr. vergadering 6612
Code S/RES/2006
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Rwandese genocide
Beslissing Verlengde de aanstelling van de aanklager.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2011
Permanente leden
Niet-permanente leden
Hassan Jallow in 2016.
Hassan Jallow in 2016.

Resolutie 2006 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 14 september 2011 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad. De resolutie verlengde de aanstelling van openbaar aanklager Hassan Jallow tot eind 2014, ondanks de beperking op de lengte van zijn ambtstermijn in de statuten van dat tribunaal.[1]

Achtergrond

[bewerken | brontekst bewerken]

Toen Rwanda een Belgische kolonie was, werd de Tutsi-minderheid in het land verheven tot een elitie die de grote Hutu-minderheid wreed onderdrukte. Na de onafhankelijkheid werden de Tutsi verdreven en namen de Hutu de macht over. Het conflict bleef aanslepen, en in 1990 vielen Tutsi-milities verenigd als het FPR Rwanda binnen. Met westerse steun werden zij echter verdreven.

In Rwanda zelf werd de Hutu-bevolking opgehitst tegen de Tutsi. Dat leidde begin 1994 tot de Rwandese genocide. De UNAMIR-vredesmacht van de Verenigde Naties kon vanwege een te krap mandaat niet ingrijpen. Later dat jaar werd het Rwandatribunaal opgericht om de daders te vervolgen.

Inhoud

[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 2006 op de Engelstalige Wikisource.