De Rijnlandse roede is een oude lengtemaat. De Rijnlandse roede als oppervlaktemaat wordt nog steeds in de bloembollenteelt gebruikt. Er gaan ongeveer 700 Rijnlandse Roeden in een hectare.

De roede wordt verdeeld in 12 (Rijnlandse) voeten, dat is 144 duimen of 1728 lijnen.

Nederlandse Rijnlandse roede 3,767358 meter
Pruisische Rijnlandse roede (Duits: rheinische Rute) 3,7662420 meter
Aan de voorgevel van het stadhuis van Leiden is een ijzeren staaf bevestigd van één Rijnlandse voet lang. Daaronder is een gedeelte van de standaard Rijnlandse roede, onderverdeeld in voeten, zichtbaar.
Rijnlandse roede op het stadhuis Leiden, deze loopt van het linker zwarte meetpunt tot het rechter zwarte meetpunt. Op de roede zijn met kleinere maatstreepjes de 12 voeten afgemeten. Op de achtergrond is de ijzeren staaf voor het ijken van de Rijnlandse voet zichtbaar.

Deze lengtemaat werd oorspronkelijk gebruikt in het Hoogheemraadschap van Rijnland. Later werden in de Hollandse gewesten voor landmeetkundige en wetenschappelijke doeleinden voornamelijk de Rijnlandse maten gebruikt. De eenheid lag toen vast door de afstand tussen twee inkepingen bij de ingang van het stadhuis van Leiden.

In andere delen van Nederland had de roede andere, variërende waarden. Zo was er ook een Amsterdamse roede, Groningse roede, enzovoort.

De Rijnlandse roede werd op 18 februari 1808 door de Koning van Holland vastgelegd als standaardmaat voor heel Nederland. In 1816 werd het metriek stelsel ingevoerd.

Door een brand in 1929 werden zowel het stadhuis van Leiden als de inkepingen bij de deur verwoest. Bij de herbouw werden twee ijzeren knoppen ter vervanging aangebracht. Een kopie van de oorspronkelijke Rijnlandse roede in de vorm van een lange ijzeren staaf bevond zich in de Sterrewacht Leiden en is nu te bezichtigen in Rijksmuseum Boerhaave.

Trivia

Zie ook