Spaanse marine
Armada Española
Het embleem van de Spaanse marine.
Land Vlag van Spanje Spanje
Hoofdkwartier Madrid
Onderdeel van Spaanse Strijdkrachten
Oprichting 15e eeuw
november 1954 (luchtarm)
Leiding
Opperbevelhebber Koning Felipe VI
Stafchef Teodoro Esteban López Calderón
Slagkracht
Troepensterkte* 20.838
Minimumleeftijd 18 jaar
Aantal vliegtuigen* 25[1]
Aantal helikopters* 36[1]
Aantal schepen* 138
Uitgaven
Jaarbudget* €166,9 miljoen (excl. personeelskosten)[2]
(*) Gegevens voor 2018/19

De Spaanse marine, officieel Armada Española, is het maritieme onderdeel van de Spaanse Strijdkrachten. Zij vindt haar oorsprong aan het einde van de 15e eeuw door de vereniging van de Kroon van Castilië met de Kroon van Aragón. Tot het einde van de negentiende eeuw was ze verantwoordelijk voor de maritieme verdediging van het Spaanse koloniale rijk. De marine nam onder andere deel aan de Spaans-Engelse Oorlog (1585-1604), de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) en de Spaans-Amerikaanse Oorlog (1898).

De Spaanse marine is een van de grootste marines van Europa. Ze beschikt over 138 schepen, waaronder het vliegdekschip Juan Carlos I, elf fregatten en drie onderzeeboten, en 59 vliegtuigen. De belangrijkste marinebases bevinden zich in Rota, Ferrol, San Fernando en Cartagena.

Geschiedenis

De unie van Castillië en Aragón

De Spaanse marine ontstond uit de samenvoeging van de Castiliaanse marine met haar karvelen op de Atlantische Oceaan en de Aragonese marine met haar galeien op de Middellandse Zee, volgend op de personele unie die ontstond door het huwelijk van Ferdinand II van Aragon met Isabella I van Castilië in 1469. In die tijd bestond de marine uit handelsschepen die sowieso gewapend waren tegen zeerovers en kapers.

Een van de eerste gezamenlijke acties was de Aanval op Mers-el-Kébir in 1505. De marine speelde een belangrijke rol in de Spaanse veroveringen in Noord-Afrika. Onder meer Oran, Algiers en Tripoli werden ingenomen. Er volgden decennia van oorlog met het opkomende Ottomaanse Rijk. In 1571 behaalde een door Spanje geleide coalitie een grote overwinning op de Osmanen in de Zeeslag bij Lepanto, waardoor de controle over het westelijke Middellandse Zeegebied in christelijke handen bleef.

Een replica van de nef Victoria waarmee de eerste reis rond de wereld werd voltooid. Ferdinand Magellaan was met vijf schepen vertrokken en overleed onderweg zelf op de Filipijnen. De Victoria was het enige schip dat terugkeerde, met nog slechts achttien bemanningsleden aan boord.

De ontdekkingsreizen en de opbouw van een wereldrijk

In dezelfde periode wedijverde de Castiliaanse vloot met die van het Koninkrijk Portugal in de ontdekkingsreizen naar het westen en het Verre Oosten. Het karveel was toen doorontwikkeld tot de kraak, met een hoog kasteel vooraan. De eerste reis rond de wereld werd ook door Castilië op touw gezet, en voltooid in 1522. Spanje bezat toen de machtigste marine ter wereld, die het in staat stelde een wereldrijk op te bouwen. De kraak werd verder ontwikkeld tot het galjoen, met een lagere boeg waarop zware kannonnen konden worden geplaatst. Het belang van die kannonnen in de strijd werd nu groter dan het oude rammen en enteren.

In 1543 werden twee vloten opgericht om kostbaarheden uit Zuid-Amerika naar Spanje te transporteren. Deze werden door zwaarbewapende galjoenen geëscorteerd. Dit bleef duren tot Karel III op het einde van de 18e eeuw de handel met de Spaanse koloniën liberaliseerde. Slechts twee konvooien met lading gingen ooit verloren: een aan de Nederlanders bij Cuba in 1628 en een aan de Engelsen bij Cádiz in 1656.

De oorlogen met Engeland

De Slag bij Trafalgar uit 1836 door Clarkson Stanfield. Frankrijk en Spanje verloren deze slag met zware verliezen. Het Verenigd Koninkrijk verwierf daardoor voor lange tijd hegemonie op zee. Tijdens de slag kwam ook de Britse admiraal Horatio Nelson om door een Franse kogel.

In 1582 versloeg de Spaanse marine een Portugees-Franse vloot in de Slag bij Terceira, wat er mee voor zorgde dat Filips II de Portugese troon in handen kreeg. De twee landen zouden zestig jaar lang verenigd blijven. Intussen waren de Spaanse Nederlanden in opstand gekomen. In 1607 versloeg een Nederlandse een Spaanse vloot, bestaande uit onder meer tien grote galjoenen, bij een verrassingsaanval bij Gibraltar. In 1585 raakte ook Engeland bij het conflict betrokken. Filips II liet een grote vloot bouwen om Engeland binnen te vallen, maar die werd door verschillende stormen en Engelse aanvallen vernietigd.

Begin 18e eeuw verloor Spanje haar Italiaanse gebieden, Menorca, Gibraltar en Oran tijdens de Spaanse Successieoorlog. Gedurende de oorlog om die te heroveren, transporteerde de Spaanse marine troepen naar Sicilië en Sardinië. De vloot werd in 1718 echter door de Britten vernietigd in de Zeeslag bij Kaap Passaro.

Er begon een grootse reorganisatie van de marine onder leiding van José Patiño en Zenón de Somodevilla. Het bevel over de nog steeds aparte vloten werd gecentraliseerd, er werden nieuwe scheepswerven geopend die zwaardere innovatieve oorlogsschepen bouwden en arsenalen om kannonnen en munitie te gieten. In 1732 heroverde de hernieuwde en veel sterkere marine Oran, en twee jaar later Sicilië en Zuid-Italië. In Havana was een grote basis gebouwd om de Amerikaanse kolonies te verdedigen. In 1741 werd een grote overwinning behaald op de Britten in de slag om Cartagena de Indias, in wat vandaag Colombia is. Een grootse Britse invasie werd afgeslagen en Spanje behield haar hegemonie in Zuid-Amerika tot begin 19e eeuw.

De Peral-duikbook als monument in Cartagena in 2007. Ontwikkeld door Isaac Peral voor de Spaanse marine, was het een van de eerste dieselelektrische duikboten. Hij werd in 1888 tewatergelaten, maar na twee jaar testen werd hij al uit dienst gehaald. Hij haalde 3 knopen en was uitgerust met een torpedobuis. Na een restauratie in 2013, werd hij tentoongesteld in het Marinemuseum van Cartagena.
De Spaanse vloot in het Suezkanaal in 1898, met op de voorgrond het slagschip en vlaggenschip Pelayo. De Pelayo en de kruiser Carlos V waren de beste schepen van de Spaanse marine. Het eskader was op weg naar de Fillipijnen, maar werd teruggeroepen en kwam niet in actie.

De teloorgang van het Spaanse Rijk

Tegen het einde van de Zevenjarige Oorlog vormde Spanje een bondgenootschap met Frankrijk tegen de Britten, die in 1762 Havana innamen. Daarmee gingen veel schepen, waaronder twaalf linieschepen, verloren. Kort daarna veroverden de Britten ook Manilla, en gingen weer 120 schepen verloren. Samen met de Franse en Nederlandse marines, bevoorraadde men Amerikaanse rebellen die voor onafhankelijkheid van Groot-Brittannië vochtten. Samen heroverden ze ook Menorca op de Britten. Een langdurig Beleg van Gibraltar mislukte echter faliekant.

De Zeeslag bij Trafalgar aan Franse zijde was een beslissende nederlaag. Groot-Brittannië beheerste nu de zeeën. Spanje raakte in conflict met Napoleon toen die zijn broer op de Spaanse troon zette. Tegen 1814 overwon men met Portugese en Britse hulp de Fransen. Na al die oorlogen stond Spanje nu echter zo zwak dat haar Amerikaanse koloniën zich een na een afscheurden. De Spaanse marine verloor daardoor haar belang en kromp gevoelig in.

In 1834 huurde de Spaanse marine haar eerste raderstoomboot, de Isabel II. In 1846 kocht men drie tweedehands stoomboten van Mexico. Er werd opnieuw flink geïnvesteerd in de marine en een eskader stoomboten gevormd in de Spaanse Fillipijnen. Tegen het einde van de 19e eeuw telde de marine een slagschip, 23 kruisers, 38 torpedoboten, ironclads, duizend officieren, 14.000 matrozen en 9000 mariniers in drie divisies in Cádiz, Ferrol en Cartagena.

In 1898 leidde de onafhankelijkheidsstrijd van Cuba tot een conflict met de Verenigde Staten, waarin het in economische en politieke crisis verkerende Spanje de laatste restanten van zijn rijk verloor. Bij de Slag in de Baai van Manilla ging het hele Spaanse eskader van inmiddels verouderde schepen daar verloren. Het eskader in Cuba lag ingesloten door een Amerikaanse blokkade, en werd gekelderd bij een uitbraakpoging door de veel sterkere Amerikaanse marine in de Slag bij Santiago de Cuba. Deze oorlog betekende het einde van de Spaanse marine als een wereldzeemacht.

Het vliegdekmoederschip Dédalo in 1934. Het was een Duits stoomschip dat na de Eerste Wereldoorlog in beslag werd genomen en voorzien van een vliegdek. Tijdens de Rifoorlog ondersteunden watervliegtuigen vanaf de Dédalo de landing in Al Hoceima. Hier, in 1934, vertrok en landde voor het eerst in de geschiedenis een autogiro op een schip.

De Rifoorlog en de burgeroorlog

Spanje bleef neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog en de marine beperkte zich tot het bewaken van de kust. Kort na de oorlog werd het eerste vliegtuigmoederschip verworven, de Dédalo, dat met watervliegtuigen opereerde. In die tijd was het land in de Rifoorlog verzeild in Spaans-Marokko. In 1925 vond tijdens die oorlog de eerste amfibische landing met tanks en ondersteuning door luchtbombardementen plaats bij Al Hoceima. De succesvolle landing leidde tot een Spaanse overwinning in de oorlog.

Ten tijde van de Tweede Spaanse Republiek en de Grote Depressie in de jaren 1930 wilde de regering flink besparen op de veel te grote ouderwetse marine die na het rampjaar 1898 was opgebouwd. Dat was zeer tegen de zin van de oudere officieren aan de top. Toen in 1936 de Spaanse Burgeroorlog uitbrak, was de marine diep verdeeld. Veel schepen werden gekaapt door hun bemanning en bleven loyaal aan de Republiek. Ze slaagden er echter niet in de Straat van Gibralatar te blokkeren, zodat de rebellen hun troepen in Noord-Afrika naar Spanje konden overbrengen. Tegen het einde van de oorlog waren twee kleine dreadnoughts, een zware kruiser, een torpedobootjager en een aantal duikboten en hulpschepen verloren gegaan in de gevechten tussen de Republiek en de rebellen. Uiteindelijk haalden de rebellen met aanzienlijke militaire steun van Duitsland, Italië en Portugal de bovenhand. Desondanks trad het Spanje van Francisco Franco niet toe tot de Asmogendheden en bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog neutraal.

De Koude Oorlog en de alliantie met de Verenigde Staten

Na de oorlog had het geïsoleerde Spanje geen toegang tot nieuwe buitenlandse technologie. Tot in de jaren 1950 bleef de marine met vooroorlogs materieel zitten. Toen bracht de Koude Oorlog hier verandering in. In 1953 werd een akkoord gesloten met de Verenigde Staten, dat Spanje economische en militaire steun toezegde in ruil voor bases op Spaans grondgebied. Het is in navolging van dat akkoord, dat de marinebasis in Rota werd gebouwd.

Een AV-8 Matador boven het lichte vliegdekschip Dédalo in 1988. Dit schip werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd en diende in de Amerikaanse marine als de USS Cabot. In 1967 werd het uitgeleend en een paar jaar later verkocht aan Spanje, waar het eerst met helikopters opereerde en later een eskader VSTOL-gevechtsvliegtuigen kreeg. In 1988 werd het vervangen door de in Spanje gebouwde Principe de Asturias.

Ook het luchtwezen werd nieuw leven ingeblazen met de aankoop van drie Bell 47G-helikopters in 1954. De eerste ervaringen werden opgedaan op een sleepboot waarop een klein platform was geïnstalleerd en de Neptuno- en Júpiterklasse-mijnenleggers, die eveneens een klein platform kregen. Toen in 1957 grotere Sikorsky H-19's werden verworven, verhuisden de helikopters naar Rota, waar kon worden samengewerkt met de Amerikanen.[1]

De Spaanse marine werd nu naar Amerikaans voorbeeld gestructureerd. In 1967 kocht men het uit de oorlog daterende lichte vliegdekschip USS Cabot over en nam het in dienst als de Dédalo. In de jaren 1970 werden vijf Balearesklasse-fregatten gebouwd op basis van de Amerikaanse Knoxklasse. Nog in die periode waren vier Daphnéklasse-onderzeeërs van Frans ontwerp en zes Descubiertaklasse-korvetten gebouwd. Ook werd het nieuwe vliegdekschip Principe de Asturias op stapel gezet, dat eveneens gebaseerd was op een Amerikaans ontwerp en aangepast voor de net aangekochte AV-8 Matador-VSTOL-gevechtsvliegtuigen, en de oude Dédalo moest vervangen.

Spanje werd in 1982 een NAVO-lidstaat. De hoofdmissie van de Spaanse marine was het bewaken van de Middellandse Zee ten westen van de Balearen, de Straat van Gibraltar en de Atlantische Oceaan tot aan de Canarische Eilanden. De marine was op dat moment sterk verouderd, met veel schepen die nog uit de jaren 1950 dateerden. Aldus werd een ambitieus bouwprogramma opgezet.

Er werden zes Santa Mariaklasse-fregatten gebouwd op basis van de Amerikaanse Oliver Hazard Perryklasse. De onderzeeërs werden opnieuw vervangen door een Frans type: vier Galernaklasse-onderzeeërs. In de jaren 1990 werd samen met Nederland de Galiciaklasse-amfibische transportschepen ontworpen. In de 21e eeuw werden vijf Álvaro de Bazánklasse-fregatten gebouwd met het Amerikaanse Aegis-volg- en vuurleidingsysteem. Er worden ook vier nieuwe onderzeeërs van eigen ontwerp gebouwd: de Isaac Peralklasse.

Organisatie

Structuur

Het hoofdkwartier van de marine in Madrid, 2009.

Net als de land- en luchtmacht, heeft de marine een hoofdkwartier met daaronder de operationele eenheden ondersteund door een administratie, logistiek en opleidingseenheden. De Stafchef van de Marine is de hoogste in rang.

Het hoofdkwartier van de Marine bevindt zich in de hoofdstad Madrid. Hier zitten onder meer de Generale Staf en de juridische diensten.

De vloot staat onder bevel van een admiraal met hoofdkwartier op de marinebasis van Rota. De vloot bestaat uit verschillende onderdelen.

De Marineactiemacht omvat de grote oppervlakteschepen in twee actiegroepen. Groep 1 omvat de fregatten en de bevoorradingsschepen en heeft haar thuisbasis in Ferrol. Groep 2 omvat de amfibische transportschepen en heeft haar thuisbasis in Rota.

De Maritieme Actiemacht omvat de patrouille-, onderzoeks- en opleidingsschepen en de mijnenvegers. De eenheden zijn verspreid over Cádiz, Ferrol, Cartagena, Las Palmas en Porto Pi (Palma). Ook het Duikcentrum van de Marine in Cartagena valt er onder.

Het Marinierskorps heeft haar hoofdkwartier in Cádiz. De speciale eenheden zitten in Cartagena. Een companie ervan behoort tot de Koninklijke Wacht. Het Spaanse marinierskorps telt circa 11.500 manschappen en is een van de oudste marinierskorps in de wereld.

Het flottielje onderzeeërs heeft zijn thuisbasis in Cartagena. Het luchtvaartflottielje heeft haar basis in Rota.

Marinebases

Spaanse marineschepen in Rota, 2008.

Spanje heeft drie grote bases op het vasteland en twee op de Spaanse eilanden:

De ingang van de marineacademie in Marín, 2009.

Steunpunten en overige locaties:

Inventaris

Scheepsklassen en schepen

De schepen van volgende klassen vormen de slagkracht van de marine:

Men beschik ook over een scala aan patrouilleschepen:

Daarnaast zijn er een aantal ondersteuningsschepen:

Kadetten worden opgeleid op volgende grotere schepen:

De marine opereert daarnaast ook nog een aantal onderzoeksschepen:

Luchtarm

De luchtarm van de marine opereert zowel met vliegtuigen als helikopters:[1]

De volgende toestellen van de luchtarm zijn inmiddels niet meer in dienst:[1]

De volgende toestellen worden aangeschaft:[1]

Commons heeft mediabestanden in de categorie Navy of Spain.