Erich Kempka | ||||
---|---|---|---|---|
Kempka naast Adolf Hitler (1939)
| ||||
Geboren | 16 september 1910 Oberhausen, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 24 januari 1975 Freiberg am Neckar, West-Duitsland | |||
Rustplaats | Algemene begraafplaats, Freiberg am Neckar[1] | |||
Land/zijde | Weimarrepubliek nazi-Duitsland | |||
Onderdeel | Schutzstaffel | |||
Dienstjaren | 1932 - 1945 | |||
Rang | SS-Obersturmbannführer | |||
Eenheid | SS-Begleitkommando des Führers Chauffeur van Adolf Hitler 29 februari 1932 - 3 juli 1936[2] | |||
Bevel | Leiter des Kraftzeugparks de Führers 3 juli 1936 - 30 april 1945[2] | |||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog | |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Erich Kempka (Oberhausen, 16 september 1910 – Freiberg am Neckar, 24 januari 1975) was een Duitser die bekend is geworden als de chauffeur van de Duitse dictator Adolf Hitler.
Kempka werd geboren als zoon van een mijnwerker, in een grote familie met tien kinderen. Na tot elektricien te zijn opgeleid, werkte hij enige tijd bij DKW.
Kempka was vanaf 1930 lid van de NSDAP en de SS. In 1932 was hij een van de eerste leden van het SS-Begleitkommando des Führers. In diens hoedanigheid trad hij soms op als Hitlers chauffeur. Na de dood van Julius Schreck in 1936 werd hij zijn vaste chauffeur en chef van het wagenpark van de Führer en Rijkskanselier (Chef des Kraftfahrwesens beim Führer und Reichskanzler).
Vanaf dan bestuurde Kempka alle wagens waar Hitler in zat. Als Hitler per trein of vliegtuig reisde, werd hij altijd door Kempka vergezeld. Bij aankomst stond dan een van zijn wagens klaar, waar Kempka achter het stuur plaatsnam.
Kempka was aanwezig in de zogenoemde Führerbunker in Berlijn, waar Hitler zijn laatste dagen doorbracht en uiteindelijk zelfmoord pleegde. Op 30 april 1945 werd hem gezegd 200 liter benzine naar de bunker te brengen. In de bunker aangekomen kreeg hij te horen dat Hitler en zijn kersverse echtgenote Eva Braun dood waren. Kempka hielp de lijken naar buiten te dragen en was getuige van de crematie ervan, die gebeurde met behulp van de 200 liter benzine die hij naar de bunker had gebracht.
Kempka bleef in de bunker tot de dag daarop, toen hij net als de andere leden van Hitlers entourage vluchtte. Hij mengde zich met een groep buitenlandse arbeiders die door Berlijn doolde. Een Joegoslavische vrouw van deze groep gaf hem toen burgerkleren en vertelde bij controles door Sovjetmilitairen dat hij haar echtgenoot was. Zo kon hij uit Berlijn ontsnappen en uiteindelijk München bereiken, waar hij aan valse papieren geraakte.
Op 9 juni 1945 werd hij opgepakt en in Berchtesgaden door het Amerikaanse leger vastgehouden tot in oktober 1947. Hij was de eerste getuige die de dood van Hitler kon bevestigen aan de Amerikaanse en Britse militaire autoriteiten. Hij verscheen ook als getuige op het proces van Neurenberg.
In 1950 verschenen zijn memoires met als titel Ich habe Adolf Hitler verbrannt. Later verscheen onder de titel Die letzten Tage mit Adolf Hitler een sterk uitgebreide versie van die memoires. De oorspronkelijke tekst van Kempka vormde daarin nog slechts een derde van de tekst, de rest was geschreven door de extreemrechtse uitgever.
Kempka overleed op 64-jarige leeftijd.