Han Ryner

Jacques Élie Henri Ambroise Ner, pseudoniem Han Ryner, geboren te Nemours (departement Oran, Algerije) 7 december 1861 en gestorven te Parijs op 6 januari 1938, is een Franse filosoof en journalist, individualistische anarchist, pacifist en antiklerikaal.

Biografie

Henry Ner was afkomstig uit een eenvoudig en zeer religieus gezin (zijn vader was ambtenaar bij de posterijen en zijn moeder onderwijzeres). Henri ging studeren en behaalde een graad in de filosofie. Na het overlijden van zijn moeder, brak hij met de religie, werd vrijmetselaar en verdiepte zich in maatschappelijke vraagstukken.

Na het in 1894-1895 publiceren van twee romans, werd Henri Ner een trouwe bezoeker van literaire kringen, en in het bijzonder van Alphonse Daudet, voor wie hij het Vie d'enfant van Batisto Bonnet vertaalde. Na wat bemoeienissen met de journalistiek, werd hij leraar aan een middelbare school, hoewel hij erg veel moeite had met zich te schikken in de discipline en gewoonten die deze baan met zich meebrachten. In 1912 werd hij, als schrijver van ongeveer vijftig boeken in zeer uiteenlopende genres, door de lezers van L’Intransigeant gekozen tot “koning der vertellers.”

In 1896 nam hij het pseudoniem Han Ryner aan, werd redacteur en chef van het tijdschrift Demain en medewerker aan talrijke tijdschriften en kranten: L'Art social, L'Humanité nouvelle van Augustin Hamon, L'Ennemi du Peuple van Emile Janvion, L'Idée Libre van Lorulot, evenals van L'En dehors en L'Unique van Émile Armand. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, neemt Han Ryner een pacifistisch standpunt in en strijd tot aan zijn dood voor de erkenning van het gewetensbezwaar. Zijn pacifisme blijkt tijdens de oorlog uit zijn bijdragen aan Par-delà la mêlée van Émile Armand en Ce qu'il faut dire van Sébastien Faure en naderhand aan het Journal du Peuple van Jean-Henri Fabre.

Strijder op vele fronten, neemt Han Ryner stelling voor de invrijheidsstelling van Eugène Dieudonné in 1913, voor die van Émile Armand tijdens de oorlog, voor de muiters van la Mer Noire, voor Sacco en Vanzetti en Nestor Makhno. Als vurige antiklerikaal, verzet hij zich tegen de invloed en macht van de katholieke kerk, vooral wat betreft de opvoeding. In 1936 sluit hij zich aan bij het Wereldcomité tegen oorlog en fascisme. Hij onderhoudt een vriendschappelijke band met José de Bérys en is eveneens een van de zeldzame anarchisten die deelgenomen heeft aan de Félibrige.

Denken

Han Ryner is hoofdzakelijk beïnvloed door de denkers uit de Oudheid, met name de stoïcijnen. In die zin, prijst hij een wijsheid aan, die leidt tot het aanvaarden van het onvermijdelijke, dat niet veranderd of overwonnen kan worden. Omdat het individu bepaalde vormen van onderdrukking die te maken hebben met de sociale aard van zijn menselijkheid, moet hij die aanvaarden met dezelfde onverschilligheid, waarmee hij lichamelijke verschijnselen aanvaardt.

Han Ryner beveelt een innerlijke bevrijding aan en geen maatschappelijke, collectieve en gewelddadige revolutie. Volgens hem moet het individu voor zichzelf handelen, door zich los te maken van uiterlijke aanpassingen en naar zijn eigen drijfveren te luisteren en alleen maar te gehoorzamen als het behoud van zijn individualiteit in het spel is.

Boven alles pacifist, herwaardeert Han Ryner het gewetensbezwaar en geweldloze actiemiddelen. Bovendien bestempelt hij zijn individualisme als “harmonieus” om het te onderscheiden van de “egoïstische” of “overheersende” vormen van individualisme, die hij verwerpt in naam van zijn ethiek en humanisme. Vaak betiteld als de “hedendaagse Socrates,” werd Han Ryner ironisch genoeg een pre-socratische denker in de ware zin des woords, dat wil zeggen een wijze met een hang naar spitsvondige retoriek en zeldzame verfijning.

Citaten

Werk

Postume publicaties

Bibliografie