Joris Ivens | ||||
---|---|---|---|---|
Joris Ivens op de set van De Onvergetelijken in 1971
| ||||
Volledige naam | George Henri Anton | |||
Geboren | Nijmegen, 18 november 1898 | |||
Overleden | Parijs, 28 juni 1989 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep | Filmregisseur | |||
Films | o.m. De Brug, Regen, The Spanish earth, The 400 million, Indonesia calling | |||
Onderscheidingen | ||||
Gouden Kalf cultuurprijs | 1985 | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
Moviemeter-profiel | ||||
|
George Henri Anton (Joris) Ivens (Nijmegen, 18 november 1898 – Parijs, 28 juni 1989) was een Nederlands filmregisseur en filmmaker, met name gericht op documentaires. Hij behoort naast Paul Verhoeven, Johan van der Keuken en Bert Haanstra tot de internationaal bekende Nederlandse filmmakers. In eigen land raakte hij onder meer omstreden vanwege zijn film ter ondersteuning van de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging. Ivens was de zoon van Kees Ivens en kleinzoon van Wilhelm Ivens.
Ivens werd bekend met avant-garde documentaires als De brug (1928) (over De Hef in Rotterdam), Regen (1929) en Zuiderzee (1930), waarin hij experimenteerde met bewegingen en ritmes. Hij behoorde tot de voormannen van de internationale filmavant-garde van die jaren. Later raakte hij steeds meer geïnteresseerd in sociale kwesties en werd hij overtuigd communist. Zo was Ivens onder andere betrokken bij de Vereeniging van Arbeiders-Fotografen, waarvoor hij arbeiders schoolde in de fotografie, om zo misstanden te kunnen vastleggen ten behoeve van de strijd tegen het kapitalisme. Ook kon hij fotomateriaal ter beschikking stellen, afkomstig uit de fotozaak van zijn vader. Ivens maakte onder meer films over een mijnwerkersstaking in België (Borinage, 1934), over de Spaanse Burgeroorlog (The Spanish Earth, 1937) en over de strijd die China voerde tegen de Japanse bezetting (De vierhonderd miljoen, 1939). Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij diverse films in de Verenigde Staten, waaronder Power and the Land (1941) voor het Amerikaanse ministerie van landbouw en Action Stations! (1943) voor de Canadese marine.
Ivens heeft zijn talent meerdere malen in dienst gesteld van communistische dictaturen. In 1931 vertrok hij naar de Sovjet-Unie om voor het bewind van Stalin de propagandafilm Het lied van de helden te maken, over de bouw van de nieuwe stad Magnitogorsk in de Oeral. Deze stad werd voor een belangrijk deel gebouwd door Goelag dwangarbeiders, veelal slachtoffers van Stalins collectivisering van de landbouw (die gericht was tegen de boeren). Ivens richtte zijn camera liever selectief op de duizenden Komsomol-vrijwilligers en partijleden die eveneens in Magnitogorsk werkten. De dwangarbeiders zou hij later vergelijken met 'onkruid'.[1][2] Ook het maoïstische China heeft Ivens gediend; in 1976 voltooide hij Hoe Yukong de bergen verzette, een film waarin Mao's Culturele Revolutie wordt verheerlijkt.
Ivens kreeg een conflict met de regering van Nederland, toen hij in Australië een film maakte ter ondersteuning van de onafhankelijkheidsbeweging in het toenmalige Nederlands-Indië. Bij terugkeer uit Australië in februari 1947 kreeg Ivens diverse aanbiedingen, waaronder een aanbod van het ministerie van Kunsten en Wetenschappen om de Nederlandse filmindustrie weer op te zetten. Ivens wees deze aanbiedingen af en vertrok in 1947 naar het toen nog niet communistische Praag.[3] Het was Den Haag daarnaast een doorn in het oog dat Ivens van 1947 tot 1956 onafgebroken voor Oost-Europese dictaturen werkte. Dit en zijn aanvaring met de koloniale autoriteiten bij het maken van de film Indonesia calling leidde ertoe dat hij van 1948 tot 1957 verplicht werd elke drie of vier maanden zijn paspoort opnieuw te laten verlengen. Daarvoor heeft de Nederlandse staat in 1985 zijn verontschuldigingen aangeboden.
1912 - 1949
|
1951 - 1988
|